Ziekteverzuim

Bij (het voorkomen en terugdringen van) ziekteverzuim wordt gewerkt met de methode van MAZL.

Stap 1

De ziekmelding wordt digitaal door de ouders gedaan of door de verzuimcoördinator/receptie telefonisch aangenomen. Wanneer er een telefonische ziekmelding wordt gedaan, dan vraagt de verzuimcoördinator of ouders informatie willen geven over de aard van de ziekte van hun zoon/dochter (ouders zijn niet verplicht deze informatie te delen) en wanneer ouders verwachten dat de leerling weer naar school kan. Bij een digitale melding volgt stap 2 door de verzuimcoördinator.

Stap 2

De verzuimcoördinator neemt eventueel op de dag van de digitale ziekmelding contact op met ouders om na te gaan wat de aard van de ziekte is (ouders zijn niet verplicht deze informatie te delen) en wanneer ouders verwachten dat de leerling weer naar school kan.

Stap 3

De school gaat in gesprek met leerling en ouders bij frequent of langdurig ziekteverzuim. Bij ziekteverzuim die voldoet aan de MAZL-criteria (dat zijn: elke vierde ziekmelding in twaalf schoolweken of vanaf de zevende schooldag aaneengesloten ziekgemeld) vindt er op school face-to-face een verzuimgesprek plaats met leerling en ouders. De coach voert het verzuimgesprek.

Het doel van dit gesprek is het delen van zorgen en verantwoordelijkheden (school kan het niet alleen), het achterhalen van de reden(en) van het verzuim (vooral van de redenen waar school een rol in kan spelen) en het komen tot concrete afspraken over begeleiding en zorg.

De uitkomst van het contact wordt geregistreerd in het leerlingvolgsysteem en door de school gemonitord. Desgewenst sluit de ondersteuningscoördinator aan bij het gesprek om de coach te ondersteunen.

Stap 4

De school (de ondersteuningscoördinator) betrekt de jeugdarts. Naar aanleiding van het verzuimgesprek kan de school het noodzakelijk vinden om zich te laten adviseren door de jeugdarts. Dit wordt besproken met de leerling en ouders. Toegelicht wordt:

  • het doel van het consult: de jeugdarts adviseert de leerling en ouders en de school over geestelijke en lichamelijke gezondheidsproblemen en het volgen van onderwijs;
  • dat de jeugdarts zowel kennis heeft van ziekte als van school;
  • dat de jeugdarts geen controlerende rol heeft;
  • dat de jeugdarts naast de leerling en ouders staat, opereert vanuit zorg en als arts een beroepsgeheim heeft.

Voor de leerling en ouders is de link tussen de school en de jeugdarts helder. De coach kan samen met ouders het aanmeldformulier invullen (transparantie).

Stap 5

De JGZ-instelling nodigt binnen twee weken, per brief, de leerling en ouders uit voor een consult bij de jeugdarts.

Stap 6

De school monitort het ziekteverzuim en monitort samen met de jeugdarts de uitvoer van het ‘plan van aanpak’. De school is uiteindelijk verantwoordelijk voor het monitoren van het verzuim. Samen met de jeugdarts wordt de uitvoering van het ‘plan van aanpak’ gemonitord. In geval de leerling en ouders niet verschijnen op het consult van de jeugdarts, weigeren mee te werken aan het vinden van een oplossing, afspraken niet nakomen of bij onnodig aanhouden van het ziekteverzuim, spreekt de school hen hierop aan. De school kan de leerling aanmelden bij de leerplichtambtenaar met het verzoek de leerplicht te handhaven. Zo wordt gezorgd voor een sluitende zorgketen.